Deze morgen waren we op wandel met de vrienden van het MIAT.
We begonnen aan het voormalige UCO gebouw in de Maisstraat en eindigden en paar honderd meter verder op de site voorbij de brandweerkazerne.
Een korte tocht in kilometers, een lange tocht in de geschiedenis.
De geschiedenis van de Wondelgemse meersen. Waar nu de watertoren staat stond tot in de 17de eeuw een kerkje. Na strubbelingen tussen de bisschop en het Gentse stadsbestuur is die kerk noordelijker verhuisd. Een mottekasteel stond waar nu de brandweerkazerne is. Het gebied verwaterde en werd verlaten tot wanneer het Guislain instituut er kwam. Toen ook de verbindingsvaart werd aangelegd kwamen er fabrieken en woningen.
Onze wandeling startte aan het UCO gebouw. Een textielfabriek die nog tot de jaren 2008/2009 in bedrijf was. We hoorden de geschiedenis van het gebouw. Een eerste gebouw waar voorgespannen beton gebruikt werd. Een industrie die toen het spinnen en twijnen teloor ging, zich nog kon redden door textiel te verven. Het was de eerste fabriek waar niet het garen maar het weefsel geverfd werd. Denim stoffen voor jeans.
Het was ook een fabriek die veel werkvolk nodig had. Er werd gewerkt in vijf ploegen. De fabriek zag zich ook genoodzaakt om arbeiders van andere landen binnen te halen.
Na de conversie is de fabriek nu weer actief, in wat we sociale economie noemen.
Na de tocht op de UCO-terreinen stapten we verder.
We passeerden De Baai, een opvangcentrum van het OCMW Gent.
We hadden een hele discussie bij het beeld van de Feniks bij de brandweerkazerne.
We sloten onze tocht af op de terreinen bij de voormalige FNO-fabriek. Filature Nouvelle Orléans. Een complex opgericht door de gebroeders De Smet. Weet ik nu waarom de straat vanaf het Rabot die naam draagt.
Kortom het was een leerrijke wandeling in het Gentse textielverleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten