Woensdag 24 mei is dag voor onze uitstap naar de Hongaarse hoofdstad aan de
Donau. Twee steden Boeda en Pest zijn in de 19de eeuw één stad geworden.
We bezochten eerst de citadel. Mens! Wat een aantal autobussen stond daar. Er was geen plaats meer op de parking. Het was duidelijk dat dit een toeristische plelpleister is. We genoten van het schitterende uitzicht op de tweelingstad, en de verschillende bruggen over de Donau die Boeda met Pest verbinden. Verschillenden onder ons kochten ook aan de kraampjes souvenirs.
Dan weer de bus op. Ik profiteerde ervan om wat uit mijn lunchpakket te eten.
Aan de Donau, bij de brug aan de Academie, stapten we uit. Er vormden zich afzonderlijke groepjes. Het groepje waar ik bij was wou naar een exclusieve zaak gaan, een café uit de 19de eeuw, helemaal versierd met marmer, met zuilen, met plafonds vol bucolische taferelen. Ik heb wel twee keer de weg moeten vragen om er te geraken.
Je komt er ook zo maar niet binnen. Er is een lint gespannen, en een hostess doet die voor de klanten open, en begeleidt ze naar een tafel. Café New York heeft de naam dat ze daar de duurste cappuccino van heel Hongarije serveren. Wij kozen met ons zeven voor de cappuccino. De koffie wordt met veel decorum geserveerd. Terwijl we de koffie dronken konden we genieten van een zigeunerorkestje.
Meer en meer volk kwam binnen. Er ontstond een lange wachtrij. Kan je je voorstellen dat er een wachtrij ontstaan om een koffie te drinken? Wel hier is het zo. De mensen stonden tot buiten om in dit café wat te consumeren.
Eén van mijn wandelgenoten nam de muur- en plafondversiering op de foto. Als hij ze op het internet publiceert, plaats ik hier wel de link er naar toe.
Boedapest heeft een overvloed aan grote gebouwen die indruk wekken: kerken, overheidsgebouwen, winkelcentra. Op zo een dag moeten we ons beperken tot een korte kennismaking.
Dat is best goed, en ik heb zin om hier eens weer te keren voor en hele week, en dan niet alleen langs de gebouwen te stappen, maar er ook binnen te gaan.
Misschien komt het er ook van.
Nu was het in ieder geval een dag die de moeite waard was. Ook van de andere groepjes die door andere delen van Boedapest gewandeld hebben, hoorde ik veel lof.
Donau. Twee steden Boeda en Pest zijn in de 19de eeuw één stad geworden.
We bezochten eerst de citadel. Mens! Wat een aantal autobussen stond daar. Er was geen plaats meer op de parking. Het was duidelijk dat dit een toeristische plelpleister is. We genoten van het schitterende uitzicht op de tweelingstad, en de verschillende bruggen over de Donau die Boeda met Pest verbinden. Verschillenden onder ons kochten ook aan de kraampjes souvenirs.
Dan weer de bus op. Ik profiteerde ervan om wat uit mijn lunchpakket te eten.
Aan de Donau, bij de brug aan de Academie, stapten we uit. Er vormden zich afzonderlijke groepjes. Het groepje waar ik bij was wou naar een exclusieve zaak gaan, een café uit de 19de eeuw, helemaal versierd met marmer, met zuilen, met plafonds vol bucolische taferelen. Ik heb wel twee keer de weg moeten vragen om er te geraken.
Je komt er ook zo maar niet binnen. Er is een lint gespannen, en een hostess doet die voor de klanten open, en begeleidt ze naar een tafel. Café New York heeft de naam dat ze daar de duurste cappuccino van heel Hongarije serveren. Wij kozen met ons zeven voor de cappuccino. De koffie wordt met veel decorum geserveerd. Terwijl we de koffie dronken konden we genieten van een zigeunerorkestje.
Meer en meer volk kwam binnen. Er ontstond een lange wachtrij. Kan je je voorstellen dat er een wachtrij ontstaan om een koffie te drinken? Wel hier is het zo. De mensen stonden tot buiten om in dit café wat te consumeren.
Eén van mijn wandelgenoten nam de muur- en plafondversiering op de foto. Als hij ze op het internet publiceert, plaats ik hier wel de link er naar toe.
Boedapest heeft een overvloed aan grote gebouwen die indruk wekken: kerken, overheidsgebouwen, winkelcentra. Op zo een dag moeten we ons beperken tot een korte kennismaking.
Dat is best goed, en ik heb zin om hier eens weer te keren voor en hele week, en dan niet alleen langs de gebouwen te stappen, maar er ook binnen te gaan.
Misschien komt het er ook van.
Nu was het in ieder geval een dag die de moeite waard was. Ook van de andere groepjes die door andere delen van Boedapest gewandeld hebben, hoorde ik veel lof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten