De tweede vrijdag van augustus vindt de befaamde Dodentocht in Bornem plaatst. En daar wou ik weer eens aan mee doen.
Ik kon meestappen met de musketiers. Dat is dan wel zo goed. We vormden zo dan uiteindelijk een groepje van zes wandelaars, met trouwens ook steun van een begeleider.
De start op de Dodentocht is een belevenis op zich zelf. Hoe laat je twaalfduizend mensen starten op een ordelijke manier? Dit jaar kwam er voor de inrichters nog extra werk bij. Ze moesten ook de veiligheid van de wandelaars waarborgen, het is nu eenmaal een massale bijeenkomst. Praktisch hield dat voor ons in: controle van de bagage en van de rugzak.
De eerste kilometers verliepen vlot. Een beetje zoeken en zo om de andere dodentochters niet in de weg te lopen, en anderzijds om bij elkaar te blijven.
Het was een mooie heldere nacht. We mochten zelfs wensen doen, want we zagen wel vallende sterren.
De nacht was een sprookje als we in Hingene langs het kasteel passeerden. De mooie doortocht over het domein van het kasteel van Ursel was feeëriek langs het met kaarslicht afgebakend parcours.
In de dorpjes was er volop animatie van mensen die ons vanuit hun voortuin aanmoedigden, en uit luidsprekers feestelijke muziek lieten weerklinken, als ze al niet zelf muziek maakten.
Aan de Schelde later was het dan weer doodstil. Het enig geluid kwam van ons, wandelaars, de mannen van de nacht. Ook het lied van de lichtjes van de Schelde, neurieden we. Niet te luid, we wilden de charmante stilte van de nacht niet doorbreken.
De bevoorrading is goed verzorgd. De vele bereidwillige medewerkers zijn én vriendelijk én efficiënt. Als het de 'doden'-tocht is, zouden we alleszins niet van honger of dorst sterven.
Nog voor we de bagagerust bereikten werd het al dag. We konden de landschappen waar we doorheen trokken, bewonderen. In de dorpjes werd het rustiger. Hoewel... Hier en daar was het Rivierenland ontwaakt. Mensen van Londerzeel en andere dorpjes genoten van hun ontbijt buiten, en lieten ook wel de wandelaars mee genieten van een boterham met omelet. Het smaakte me wel.
Ook zo die spontane betrokkenheid van de mensen ginder, voor mensen die ze niet kennen, maakt de Dodentocht zo een charmante tocht.
Ook later op de dag zijn er mensen en veel kleine kinderen die met een schaaltje snoep klaar staan om aan de wandelaars uit te delen.
We zien ook steeds meer supporters die naar 'hun' wandelaar uit kijken. Als 'hun' wandelaar een gemeenschappelijke kennis is, weten we dan gelijk hoe hij of zij het maakt.
Ik weet van veel mensen dat ze er zijn, en toch heb ik ze niet gezien. (Dat verneem ik dan achteraf via de tracking of facebook)
En, wat er ook gebeurt, is dat er medewandelaars zijn die een klein probleem tegen komen. Door dat probleem kunnen ze dan weliswaar niet de tocht volledig uitstappen. Ze waren er toch en hebben gevoeld hoe verrukkelijk zo een deelname is.
Ook bij ons slaat de vermoeidheid toe. Naar het einde toe stappen we over de Scheldedijk. Met al meer dan 90 kilometers in de benen, onder een stralende zon is dat een tocht naar de eindeloosheid. Maar er komt wel een einde aan. In Branst volgen dan de laatste 5 kilometers en dan vergeten we, de 95 kilometers die we al gestapt hebben. Dan hebben we alleen oog voor het einde. We worden trouwens dan ook door het publiek als het ware naar de finish gedragen.
Mijn foto's staan op Google, klik hier,
Het beeldverslag van Marc hier.
En van zo een tocht staan er natuurlijk heel wat andere foto's op het internet. Denk aan Facebook, Picasa en zo meer.
1 opmerking:
proficiat gwy !!!
Een reactie posten